Technologie en media kunnen beangstigend zijn, want het gaat razendsnel. Gladde salesgoeroes prediken de ene na de andere revolutie, om vervolgens - sneller dan jij ‘crypto’ kan zeggen - hun eigen voorspellingen weer te laten varen. Hypecycli volgen elkaar sneller op dan TikTok-hits en de barones van de Metaverse kan ’s nachts zomaar koningin van de generatieve AI worden. CEO’s en magnaten jagen op de juiste woorden en lanceren trend na trend - Metaverse, Web3, Virtual Natives - om voorop te blijven. Maar welke waarheid en waarde schuilen er achter die flitsende façade? Is er echt vooruitgang? Willen we dat wel? En waarom voelt het allemaal zo griezelig en vluchtig?

Omdat het altijd zo geweest is. Al sinds de boekdrukkunst (of eerder?) verzetten mensen zich tegen nieuwe technologie, waarschuwen ze gemakkelijk beïnvloedbare jongeren voor haar corrupte krachten en prediken ze het evangelie van ‘de goede oude tijd’. 587 jaar later weten we maar al te goed dat onze kinderen weinig kans maken op enige toekomst zonder het vermogen om boeken te lezen. Smartphones verbinden de meest afgelegen gebieden met de hele wereld, en sociale media ontketenen sociale revoluties. Toch spannen mensen nog steeds hun conservatieve spieren op als er een nieuwe technologie opduikt en juichen critici zodra een hype lijkt te vervagen.

De vraag is niet of we nieuwe technologieën of media willen, maar hóe we die willen. Vooruitgang identificeren is geschiedenis schrijven, en dat vraagt iets meer afstand dan we vandaag hebben. Toch durf ik te stellen dat de ontwikkelingen die schuilgaan achter de buzzwords - de technologie achter de Metaverse, de filosofie achter mixed reality - historische omwentelingen met zich meebrengen.

We zijn allemaal cyborgs

Al sinds mensenheugenis - echt waar, sinds 400 voor Christus - denken knappe koppen na over onze relatie met technologie en media. Die bestonden destijds uit gereedschap zoals katapulten, kruisbogen en spiegels, of de kunst van het oreren. Een welbekende uitspraak van Aristoteles luidt dat technologie en tools uitbreidingen zijn van onze zintuigen of lichaamsdelen.

Steve Jobs was het daar roerend mee eens. Slimme kerels, die twee. Tools kunnen onze zintuigen versterken of een deel van ons lichaam verbeteren - denk hand - hamer, ogen - bril en voet - wiel. Of recenter: ogen - VR, spraak - generatieve AI, benen - auto.

Een welbekende uitspraak van Aristoteles luidt dat technologie en tools uitbreidingen zijn van onze zintuigen of lichaamsdelen. Steve Jobs was het daar roerend mee eens. Slimme kerels, die twee

Ongemak als vooruitgang

Alle nieuwe media en technologie delen een handvol kenmerken. In eerste instantie zijn ze, op een of andere manier, uitbreidingen van onze zintuigen, vaardigheden, lichamen… Daarna, nadat we ze hebben gecreëerd, hebben ze onvoorspelbare effecten op ons. De uitvinder van de mobiele telefoon kon niet weten dat een bijkomstige functie als de Short Messaging Service de basis zou worden voor alle toekomstige communicatie. Een derde kenmerk is dat technologie in de loop der tijd verandert. Technologie is niet statisch, en zal dat ook nooit zijn. We gingen van niets naar boeken, naar e-books, naar BookTok. Van wiel naar koets, naar fiets, naar auto, naar vliegtuig, naar ruimteschip - en verder. Van computers naar laptops, naar mobiele apparaten en mixed reality-headsets.

Dat laatste kenmerk volgt een patroon, eentje dat van irritatie tot counter-irritatie leidt. We vinden iets uit om een probleem op te lossen, maar die uitvinding heeft onvermijdelijk gebreken of ruimte voor verbetering. Dus komen we met iets nieuws dat de foutjes uitgomt, maar (zoals alle tech) nog steeds tekortkomingen of ongewenste bijwerkingen vertoont. Dus verzinnen we weer een nieuwe versie, een verbetering, of een radicaal nieuwe aanpak. Irritatie, counter-irritatie. Wiel, koets, auto. Onze onmacht om met ongemakken om te gaan drijft vooruitgang en technologie in het algemeen.

En zo heb je meteen munitie tegen de critici. Want je kan nog zo bang zijn voor razendsnelle ontwikkelingen, zonder technologie zijn wij mensen… nou, niets. Mijn advies? We kunnen er maar beter het beste van maken. Onze (vruchteloze) weerstand tegen technologie is niets nieuws, zelfs wanneer blijkt dat de meeste technologie meer democratiseert dan demoniseert. De boekdrukkunst schoof het monopolie van de kerk over de waarheid aan de kant. In de eerste jaren werden maar liefst 27.000 titels gedrukt. Van nul naar 27k in een kwestie van jaren: dat noem ik nog eens omwenteling. En elke omwenteling heeft haar tegenstanders.

Onze (vruchteloze) weerstand tegen technologie is niets nieuws, zelfs wanneer blijkt dat de meeste technologie meer democratiseert dan demoniseert

Het medium en de boodschap

Het laatste kenmerk dat alle nieuwe media met elkaar gemeen hebben: hun nood aan content. Elk medium moet een boodschap verspreiden. Naarmate de media evolueren, veranderen ook de boodschappen die we via deze kanalen verspreiden. Elk nieuw medium vraagt om een nieuwe boodschap, een nieuwe manier van verhalen vertellen.

Toen we vroeger onze vrienden belden, gebruikten we onze stem om ons zegje te doen. Toen we overschakelden op sms’jes, maakten we onze taal compacter en voegden we emoji’s toe. We schreven lange teksten om te bundelen in boeken, om ze daarna in te korten voor blogs en mailings - Tolstoj had Oorlog en vrede niet via WhatsApp kunnen schrijven. We maakten films voor het grote scherm, toneelstukken voor het podium, maar de choreografieën van Béjart kunnen niet tot leven komen op TikTok. En we bedachten plotwendingen voor bordspellen, om vandaag werelden en NPC’s te bedenken en uit te tekenen voor gamers over de hele wereld.

Waar en hoe we media consumeren, beïnvloedt trouwens de boodschap. Ik kan reels bekijken terwijl ik ondersteboven in de zetel lig, terwijl jouw Discman vroeger haperde elke keer je over een drempel fietste. Nu TikTok dé plek is waar nieuwe singles viraal gaan, gebruiken artiesten geen lange intro’s meer voor hun nummers. TikTok-dansjes vereisen liedjes die vrijwel meteen aan het refrein beginnen. En zo volgt ook de muziekindustrie.

Virtual Natives

Spatial computing is de nieuwste toevoeging aan een lange lijst van technologische vondsten en mediacreaties. En zo ontstaat de behoefte aan een nieuw soort boodschap. We hebben verhalen nodig die tot hun recht komen in een 3D-omgeving, waar content visueler en soms zelfs tastbaar wordt. De mogelijkheden van deze 3D-verandering zullen mensen onderdompelen in verhalen zoals vroeger alleen de meest iconische bestsellers dat konden. De eerste boeken waren te groot geweest voor je handtas, en je Discman paste (irritant genoeg) net niet in de zakken van je Fruit of the Loom hoodie. Evenzo zal de eerste generatie smart glasses de nodige ongemakken met zich meebrengen. Maar zoals ik al zei: da’s een goede zaak. Die frictie stuwt ons vooruit.

Als we nadenken over de acceptatie van nieuwe technologieën, dan is het beter om niet te generaliseren. Millennials en boomers mogen dan rillingen krijgen van virtual reality, voor de generaties na hen kan de fysieke wereld juist een bron van zorgen zijn. Wanneer we zeggen dat iemand zich als een vis in het water voelt, dan bedoelen we daar twee dingen mee. Dat ze zich vlotjes bewegen en op hun gemak zijn, maar ook dat ze zich niet bewust zijn van hun omgeving. Een oude vis komt twee guppy’s tegen, en roept: “Hoe gaat het vandaag, jongens? Voelt het water fijn?” De ene jonge vis kijkt naar de andere en vraagt, “Wat is water?” Wie voor de eeuwwisseling is geboren, heeft waarschijnlijk bedenkingen bij virtual reality - maar voor kinderen is het als water. Zij zijn virtual natives en kunnen niet zonder.

Al verschuilt technologie zich soms achter louche businessmodellen, hypes of buzzwords: het is en blijft een verlengstuk van de mensheid

Mensen kunnen de ontwikkeling van nieuwe technologie of media niet stoppen, en dat zouden we ook niet moeten willen. Al verschuilt technologie zich soms achter louche businessmodellen, hypes of buzzwords: het is en blijft een verlengstuk van de mensheid. Als we het niet kunnen tegenhouden, kunnen we maar beter verdomd goede content maken en verhalen leren vertellen op een manier waarop het nieuwe medium zijn meerwaarde laat zien. Onze content geeft media waarde. En als dat niet werkt, vinden we wel weer iets beters uit.